En dan nu het beloofde vervolg op de onverklaarbare terugkomende ontstekingen in Marc’s urinewegen. Wie het hele verhaal even terug wil lezen, het stond op deze pagina.

Gister ochtend had ik mijn vervolg afspraak op het ziekenhuis, en wist wat me te wachten stond. Zoals gebruikelijk in mijn leven gaat dan helemaal niks makkelijk. Ik dacht me vaag te herinneren dat ik niet mocht plassen van tevoren, dus opgestaan, gegeten en gedronken en met een volle blaas naar het ziekenhuis gefietst. Naar de afdeling Radiologie voor een echo en een foto. Ik moest volgens mijn afsprakenkaart om 8.55 uur een aanvraag halen voor die foto, dus dat kwam ik vragen bij radiologie, begreep ze eerst niet, en zei toen dat ze die aanvraag al had. Dus ik naar de wachtruimte, waar ik ongezellig alleen was en al snel door een amper Nederlands sprekende assistente werd weg geroepen. Shirt uit, broek open, echo’s maken. Nou, arts komt, haalt die deegroller een keer of 10 langs je lichaam, vraagt je tussendoor af en toe van houding te veranderen, weinig bijzonders, en dat vind hij ook, hij ziet niks. Af en toe drukt hij op een paar knoppen en neemt hij foto’s neem ik aan. Ik krijg een envelop mee en mag naar afspraak nummer 2, de cystoscopie, nog steeds met volle blaas.

Dus, Marc verdieping hoger, envelop inleveren. Alles goed, maar eh, had je geen foto’s mee moeten krijgen? Ik ging er vanuit dat die in die envelop zaten, maar nee, die moesten nog gemaakt worden en die aanvraag die ik moest vragen lag nog bij haar, bij Urologie. Dus, weer terug naar beneden, die vrouw de aanvraag geven en wachten in een andere wachtruimte, waar wel mensen waren, heb je tenminste iets om naar te kijken. Na een eeuwigheid mag ik dan op die tafel gaan liggen en worden de foto’s gemaakt. Met de foto’s weer naar boven, naar de mevrouw van Urologie, alles in orde, naar de wachtruimte met een status, die status moet je weer inleveren bij een andere mevrouw en dan maar wachten. Dus dat deed ik, wachten, met een volle blaas en een uur op de klok, hopend dat de status mevrouw me, net als vorige keer, zou vertellen dat ik nog bekertje vol moest plassen. Maar dat zei ze niet, dus ik wacht, met volle blaas. 2 uur nadat ik met mijn volle blaas uit bed was gestapt, was ik nog steeds niet wezen plassen, dus vroeg ik zelf maar of ik nog een bekertje moest vullen met mijn warme ochtend appelsapje. Nee, dat hoefde niet, ga maar plassen jongen. Maar waar was de wc, ik zag het niet. Dus Marc naar de andere kant van het gebouw, waar hij een bordje naar de wc’s vond, en eindelijk kon plassen. Terug in de wachtruimte waar ik net vandaan kom zie ik een gangetje, met, jawel, wc’s, zo’n tien meter van waar ik al minstens een half uur zat. Maar goed, ik was leeg en kon vol frisse moed wachten op de scopie…

Na 10 minuten kwam een vriendelijke mevrouw me halen en vragen of ik er klaar voor was. We waren binnen 5 seconden tot de conclusie dat niemand er ooit klaar voor is. Ik mocht me uitkleden in een hokje, broek en boxer moeten uit. Daar sta je dan in het hokje, jezelf afvragend wat je nou moet doen, bijna biddend voor moed. Uiteindelijk vol moed, met mijn sokken en shirt nog aan en een piemelotje die in de vrije buitenlucht bungelt stap ik naar binnen, en zie meteen 2 gozers achter een computer zitten, dus ik neem afslag rechts, naar de vrouw die me geroepen had en een stoel met beugels…

Moet je op de punt van die stoel gaan zitten, en 3 keer verder naar voren schuiven omdat je nog niet dicht genoeg op de punt zit, je dan achterover laten zakken en tegelijkertijd je benen in die steunen duwen. Lig je nog niet goed op de punt, dus, liggend op je rug met benen in de lucht in beugels, verder naar voren. Komt er links een jongen staan, een co assistent, of hij mee mag kijken. Nouja, ik lig toch al letterlijk en figuurlijk voor lul, dus kijk maar mee. Is hij nog dankbaar voor ook, alsof hij er van zal genieten hoe ik een camera in mijn tampeloeres krijg. Maar goed, de vrouw gaat netjes mijn eikel schoonboenen en komt met een spuit aanzetten waarmee ze de plasbuis vol spuit met glijmiddel, tevens verdoving. Kan een beetje branden zegt ze nog. Nou, alsof ze een brandende lucifer erin had gestopt, wat brandde dat zeg. Maar daarna was Jan Tampeloeres wel zo mak als een lammetje en voelde ik weinig meer toen mijn behandelend arts aan kwam om nog even uit te leggen wat hij gaat doen. Bij zich heeft hij een cystoscoop, een soort tril naald voor mensen bekend in de bouw, die hij zorgvuldig in mijn piemelotje gaat duwen, door mijn verdoofde plasbuis. Aan de cystoscoop zit zo’n infuuszakje met water, water dat hij tijdens het inbrengen van de scoop in mijn blaas spuit. Rechts van me kon ik mijn eigen tampeloeres bekijken, maar dan van binnen. Het gevoel dat ik had was duidelijk zichtbaar op de monitor, van binnen helemaal rood en geïrriteerd, maar wat wil je ook, er gaat een scoop, geen klein voorwerp, tegen de richting in op weg naar mijn blaas. Ondanks de verdoving voel je dat best, en af en toe pijnlijk ook. Maar dan houd alles stil, want we zijn in de blaas. Thank god, dat gefriemel binnenin mijn tamp, geen pretje. Maar wat zien we daar toch in de blaas…

Van binnen lijkt het net een ballon, met aan de linkerkant een soort vagina, de ingang naar de nieren. Arts spuit water, vagina opent zich, en gaat weer dicht. Lijkt wel een beetje te hoog te zitten volgens de arts. Maar we gaan naar de rechterkant, waar, jawel, ook een nier zit, en ook zo’n vagina. Doktertje spuit water, vagina gaat open en dicht, niks aan de hand, terug naar links, zelfde tafereel, inderdaad te hoog en dan gaan we, langzaam uithalend en kijkend of we nog wat tegen komen weer uit Marc zijn Tampeloeres. Eenmaal uit mijn tamp neemt dat apparaat een guts van dat water mee, niet normaal, en omdat ik op mijn rug lig, ben ik tot in mijn bilspleet bijna letterlijk zeiknat. Maar ik mocht me gaan afdrogen, hangen doekjes bij de kleding, en staan bekers om in te plassen.

Ongelofelijk, 10 minuten nadat ik had geplast sta ik weer een beker vol te plassen met de grote van een medium frisdrank bij de Mac. Bij het inspuiten of inbrengen is er lucht mee gegaan, er zat dus lucht in mijn blaas. Aan het einde van het bekertje pruttelde mijn blaas en erger nog, daarna stond ik lucht te pissen. Samen met de nog over gebleven zoutwater gaf dat het geluid van een koffiezet apparaat, alsof ik pruttelend cappuchino aan het zetten was. Maar goed, alles droog, en terug naar binnen om alles te bespreken.

De linkerkant heeft een afwijking, waardoor mogelijk urine terug kan stromen en kan gaan infecteren. Gelukkig heeft de arts gevoel voor humor en zeg hij zelf wat ik al dacht. “Goh, wat een verassing, dat is precies de kant wat al 2 keer ontstoken was” En dan is er maar 1 manier om dat te bevestigen…

Na overleg met de arts, waarbij hij me op het hart heeft gedrukt dat het echt belangrijk is, heb ik besloten om nog zo’n behandeling te ondergaan, maar dan net anders. Op Radiologie gaan ze met een slangetje kleurstof in mijn blaas spuiten. De kleurstof kunnen ze met röntgenfoto’s zien, en zo kunnen ze zien waar urine heen gaat. Kort omschreven moet ik dus achter een scherm die vloeistof uitplassen terwijl zij er foto’s van maken. Maar als ik mijn tamp vast hou, komt mijn hand op de foto’s dus waarschijnlijk mag ik mijn piemelotje niet vasthouden dan, bedenk ik me nu…

Kijk mam, met losse handjes…

Deze slang met kleurstof zou iets vriendelijker moeten zijn. Een week na die kleurstof onderzoek moet ik terugkomen bij de arts en dan is het, hoe dan ook, bijna afgelopen. Als het is wat hij denkt, door die verhoogde nieringang, hebben we de boosdoener gevonden en dan is het ‘slechts’ een kwestie van 2 injecties, waardoor de ingang verschoven word en het opgelost moet zijn. Is dat het niet, dan blijft deze jaarlijks terugkomende kwaal een onopgelost mysterie, en moeten we hopen dat het niet meer terugkomt…

Word dus weer vervolgd…