Nog een laatste dag, dan zit het werkjaar er weer op. Morgen de laatste loodjes, schoonmaken en dan aan de drank en BBQ om het jaar op werk af te sluiten. Daarna 4 weken vrij, tijd voor mezelf, en de site. Een aantal projecten staan al te lang nagenoeg stil en daar kan dan mooi een flink stuk mee opgeschoten worden. Ook lopende afspraken die steeds zijn uitgesteld tot de vakantie lijken serieuzere vormen aan te gaan nemen, zodat de kennissenkring weer uitgebreid kan worden en oude bekenden weer gewone, onlangs nog ontmoette bekenden. En natuurlijk meer tijd en energie voor de katten, die in de vakantie voor het eerst de dierenarts zullen ontmoetten. Katten die het eerste voorwerp nu pas hebben gesloopt. Ik doe dagelijks mijn best om alles te behoeden voor hun periodieke vlieguurtjes, maar een pannendeksel heeft het nu toch moeten ontzien. Het arme ding lag op de keukentafel en het lijkt wel juist omdat ze daar niet op mogen lopen, dat ze het toch doen. En ja, daar ging de glazen deksel. Gelukkig is het alleen de handgreep maar en niet het glas zelf, maar toch, het is noemenswaardig na bijna 2 weken. Minder noemenswaardig zijn de halen in mijn arm van de af en toe nodige onprettige handelingen als ogen schoonmaken, kammen en toedienen van pasta, druppels en andere dingen die ze niet fijn en lekker vinden. De halen in de bank, ze springen nog net niet hoog genoeg soms en klimmen dan op die manier maar naar boven. Ook met de nagels in de bank tijdens het spelen met elkaar of in hun eentje wil nog wel eens gebeuren. Hoewel katten een aangeboren hekel aan water hebben, zijn ze wel net zo vlug als water als ik de deur uit ga of mijn slaapkamer in ga, plaatsten waar ik ze niet wil hebben, zeker niet buiten mijn voordeur. Ik vind de straat en de buurtkatten net effe te link voor mijn mannetjes. Momenteel breken ze de gang af, lichtelijk gepikeerd dat ze na het lopen over de tafel en het op de grond werpen van de deksel de toegang tot de huiskamer ontzegd is. Het zijn net kinderen, schreeuwen om aandacht en alles proberen wat de baas ze verbied. En dan ben ik toch nog soepel vind ik. Ach ja, zo was ik ook. Afzetten tegen de ouderlijke macht hé. Gaat wel over.

Dan, spoiler alert voor mensen die nog naar Harry Potter And The Half-Blood Prince willen gaan. Gister was het dan zover, na bekende Nederlanders als Robert Schoemacher (de plastisch chirurg die zelf met geld schijnt te toveren), Lange Frans, Jochem van Gelder (niet te verwarren met de coke wegtoverende Yuri), Lauren Verster (een betoverende vrouw op zichzelf), en nog oh zoveel meer, was het de beurt aan het gewone klootjesvolk om ook de nieuwste Harry Potter film te mogen zien.

De Harry Potter-serie werkt langzaam naar een climax toe, net als de temperatuur in de bioscoolzaal waar we zitten. Letterlijk elke stoel in deze grootste zaal was bezet, zoveel mensen die met hun brandende nieuwsgierigheid de temperatuur in de zaal zonder airconditioning al binnen een half uur richting onaangenaam weten te werken. Gezien de laatste twee verfilmingen verwacht je dat het er niet gezellig aan toe zal gaan in deze film. Zowel The Goblet of Fire als The Order of the Phoenix eindigden namelijk met de dood van een belangrijk personage. En in The Half-Blood Prince wordt het er, zoals trouwe fans natuurlijk al weten, niet bepaald vrolijker op. Maar niets is minder waar. Ja, natuurlijk sluit deze film af met een tragische dood, waarover later meer, maar deel 6 van de Harry Potter reeks heeft meer van moeder natuur’s magie, namelijk gierende hormonen en de liefde. 

We knallen er direct lekker in met Harry en een serveerstertje. Het wonder der emancipatie maakt dat zij hem eerder versierd dan andersom, maar ze vangen beiden bot, want hij word onderbroken door Dumbledore (Perkamentus). Het schoolhoofd, die in deze film menselijker lijkt dan in het vorige deel, maar het nog altijd niet haalt bij de eerste, helaas overleden acteur die de rol vertolkte, neemt hem meteen aan het begin van de film al op sleeptouw. Harry word als een soort lokaas gebruikt om een bekendheidsgeile ex-leraar te overtuigen opnieuw les te komen geven. Iedereen die wat betekend, of familie is van iemand die wat betekend, word door deze man ingelijfd, om daar slaatjes en privileges uit te slaan. Aanvankelijk voelt deze leraar zich prettiger vermomd als gestreepte sofa, maar met iemand als Harry pronken is een te grootte verleiding, dus hij hapt toe. En maar goed ook, Dumbledore heeft deze Proffessor Slughorn nodig om een mysterie op te helderen. Het heeft (uiteraard) te maken met opper-engerd Voldemort (Weet je nog, de acteur die deze rol vertolkt speelde zich hier op deze site lang geleden al in de kijker door het nieuws dat hij zich in het vliegtuig tegoed had gedaan aan een stewardess). Slughorn heeft hem ooit les gegeven en Dumbledore vermoedt dat hij hem toen heeft ingewijd in een zeer duistere vorm van magie. Wat dat precies is word uiteindelijk wel duidelijk, maar blijft voor iedereen lang de vraag. Dit geheim is de sleutel van het verhaal en ligt in een bepaalde herinnering en Slughorn is niet happig om die herinnering prijs te geven. Aan Harry de taak zich bij Slughorn in het gevlei te brengen en hem het geheim te ontfutselen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk, zeker omdat Harry en zijn vrienden zoals gezegd worstelen met opspelende hormonen.

Ook ligt er in deze film grote prioriteit bij de special effects. Zo is een paar weken gedaan over een scène waarin het huis van de Wemels aangevallen wordt en uiteindelijk in vlammen opgaat. Ook voor het decor van de fopshop van de gebroeders Wemel is flink uitgepakt.

Dat maakt Harry Potter and the Half-Blood Prince tot een opmerkelijke mengeling van elementen. De speurtocht naar de verborgen herinnering en de inmiddels acute dreiging van Voldemort (Die vreemd genoeg niet echt te zien is in de film) en zijn (in sommige gevallen) gemaskerde volgelingen in en rond toverschool Hogwarts (Zwijnstein) vormen de duistere kant van de film en moeten de spanning hoog opvoeren, en dan hebben we het nog niet over de dood van een belangrijk personage. Tegelijkertijd besteedt de regisseur veel aandacht aan de verlichtende romantische verwikkelingen rond Harry, maar helaas vooral aan die van Ron. Rupert Grint, de acteur die Ron speelt, is een acteur die de serieuze kanten van zijn rol prima overbrengt, maar vooral komisch is. Hij krijgt in deze film wat meer de vrije hand en zijn humor zorgt voor een hoop gelach in het toch brede publiek dat deze film gister trok. Tot grote ergernis van vooral Hermione (Hermelien) ontpopt Ron zich zelfs even tot een held, wat hem helemaal in de kijker speelt bij de dames, vooral bij de dame in kwestie die hem al vanaf het begin van de film ‘stalked’ maar vooral verafgood. De twee vormen even een stel, maar het loopt al snel op de klippen omdat hij natuurlijk eigenlijk gewoon aan Hermoine toebehoort. En daar lijkt hij ook te belandden.

Daar heb je ook meteen een minpunt aan de film. In het boek lees je hoe de romantiek tussen de personages langzaam maar zeker opbloeit, in de film gaat het pats boem, je ziet even wat en daar houd het op. Zeker Harrys romance word geen recht toegedaan in de film. Jammer, want zijn liefje vind ik persoonlijk een van de betere karakters, zeker beter dan die van Hermoine of zijn vorige scharrel Cho Chang. De liefde speelt een belangrijke rol in deze film, maar word als kalverliefde verfilmd, te kinderlijk in beeld gebracht voor de leeftijd die de hoofdrolspelers eigenlijk moeten zijn en kinderlijker dan in het boek beschreven. En dat is vreemd als je bedenkt dat de regisseur haast slaafs is aan het boek, waar de thrillerelementen onder lijden. Maar met het onderdeel liefde speelt hij dan weer wel, en wel zoveel dat het nauwelijks in de buurt komt van het boek. De serveerster in het begin van de film was bijvoorbeeld helemaal niet in het boek aanwezig. In het boek maakt Harry een duidelijke keuze tegenover zijn pas verworven vriendin. In de film zie je dat er vonken zijn tussen de twee en na diverse pogingen waarbij ze iedere keer worden gestoord dan een korte zoen, maar de echte romance blijft uit. Die zal de regisseur in het volgende deel van de verfilming echt erin moeten brengen, want dat is essentieel voor het verloop en het einde van het boek, en daarmee ook de film. Al met al is de mengeling van slaafse trouw aan het boek en eigen inbreng van de regisseur een mengeling dat de film toch uniek maakt ten opzichte van het boek, en los van elkaar gezien is het een knallende film, zowel lichter door de humor en liefde, en duisterder door de rode draad dood en verderf die door de film loopt. 

Tijd om de betekenis en gevolgen van belangrijke ontdekkingen in te zien is er tussen alle romantische verwikkelingen in de film nauwelijks. Want er moet ook weer een einde aan de Half-Blood Prince gebreid worden. En dat neemt ook gauw een dik half uur in beslag. In een film van 2½ uur betekend dat alsnog dat er een heel ander eind aan de zesde film komt dan aan het einde van het zesde boek. Voor fans van de serie snijd dat einde van boek zes het diepst in de ziel. Je kan zonder twijfel zeggen dat die impact in de film ontbreekt. Weer sneuvelt een cruciaal personage en is de droevenis van Harry diep. Maar zijn droevenis word niet goed in beeld gebracht, het ontroerende komt voornamelijk van het eerbetoon dat de omstanders (Zeg gerust de halve school) aan de overleden persoon brengen. 

Als opwarmer voor de grote afrekening met Voldemort belooft Half-Blood Prince wel veel. Het gaat nog een hele klus worden om die duistere tovenaar om zeep te helpen . Dat snapt de regisseur ook. Wat hij met dit op een na laatste boek had moeten doen, doet hij met het volgende deel wel. Het boek word in 2 delen verfilmd. Zo heeft hij voor dit belangrijkste en laatste deel 2 maal 2½ uur de tijd om dingen in beeld te brengen. Naar mijn idee had hij dat bij dit zesde deel al moeten doen, In mijn ogen essentiële dingen zijn achterwegen gelaten in een poging een boek van bijna 500 bladzijdes zo goed mogelijk te verfilmen in een film van 2½ uur. Zo heet de film Harry Potter And The Half-Blood Prince, maar wie die Halfbloed Prins is komt maar letterlijk 1 zin aan bod en dan faden we alweer door naar de volgende scene. Hopelijk pakt de regisseur een deel van boek zes toch nog mee in het begin van film zeven. En hopelijk legt hij dan de nadruk in de laatste 2 films wel waar die liggen moet. Bij Harry en Voldemort, the good tegen de bad, bald én ugly. Dat we daar dan wel een jaar langer op moeten wachten nemen we maar op de koop toe. Het betekend immers wel dat het ‘zwarte gat’ waar lezers tegenaan liepen aan het einde van het zevende boek, nog even uit blijft voor de kijkers. Rowling gaat geen boek over ’s werelds meest geliefde tovenaar meer schrijven. Dat heeft ze ook enigszins onmogelijk gemaakt met het einde van het laatste boek. Na de laatste punt in het boek is het echt over en uit. 

Die kwelling blijft de fans en kijkers van de films dus nog minstens 2 jaar bespaard. Maar aan de andere kant is het misschien maar beter dat er een einde aan komt. Waren de hoofdrolspelers bij de eerste film nog schattige kinderen, ze zijn nu zelf ook volwassen. In de interviews en recensies gaat het soms meer daarover, en de sexsymbols die ze zijn geworden, dan over de film. Voor de acteurs en actrices is het misschien wel van belang om het Harry Potter tijdperk achter zich te laten en andere rollen te nemen om een beetje serieus genomen te worden. Emma Watson lijkt zich te hebben ontpopt tot net zo’n leergraag type als de rol van Hermoine die ze speelt en gaat naar het schijnt serieus studeren. Daarnaast is ze niet bepaald onaangenaam voor het oog en met haar inmiddels 19 jaar een voor de hand liggende keuze van Chanel en Burberry als hun gezicht. Harry’s vertolker Daniel Radcliffe heeft zijn serieuzere kant al laten zien, in volle naakte glorie, op het toneel. Ze zullen het niet toegeven, maar ik denk dat ze stiekem toch wel opgelucht zullen zijn als het er op zit. Tot die tijd hebben de fans nog wat om naar uit te kijken.